Welkom op de website van het Docentenplatform Oost-Europese Neerlandistiek!

Het Docentenplatform Oost-Europese Neerlandistiek (DOEN) verenigt sinds 2007 docenten Nederlands van universiteiten in Rusland, Wit-Rusland en andere landen, houdt colloquia, wetenschappelijke seminars en studentenconferenties en ondersteunt de belangstelling voor het Nederlands in onze landen.

DOEN gaat altijd met de tijd mee en heeft zich steeds weer aangepast aan veranderingen in de wereld. In de tijd van de COVID-pandemie en coronabeperkingen, bijvoorbeeld, ging DOEN door met zijn evenementen: het werk werd productief op afstand gedaan.

Zelfs gezien de huidige stand van zaken blijft DOEN evenementen organiseren voor docenten en studenten, helpt contacten te bevorderen tussen universiteiten waaraan Nederlands wordt geleerd, en ondersteunt onderzoek naar de drie Benelux-landen.

Wij kijken ernaar uit om met U samen te werken!

Bestuur Docentenplatform Oost-Europese Neerlandistiek

 

Het Bestuur van DOEN kunt U op deze pagina vinden.

De bovenstaande opsomming laat zien dat veel thema’s een abstract karakter hadden en een veelheid aan verwante onderwerpen en vraagstukken behelsden. Deze omstandigheid maakte het voor de studenten – en ook voor de moderatoren – niet altijd even makkelijk over deze thema’s te discussiëren. In het begin van het overleg in de sectie diende zich meteen het probleem van conceptualisering aan: waar praten we precies over en hoe bakenen we ons onderwerp af? Juist gezien de complexiteit van de vraagstukken was dit een fase bijna die elke sectie moest overbruggen. Meestal ontstonden er boeiende en levendige discussies in de secties, waarbij het de studenten gaandeweg lukte een gezamenlijk standpunt uit te werken. 

Tijdens het tweede deel van de conferentie, waar vertegenwoordigers van de verschillende secties verslag deden aan alle conferentiedeelnemers, bleek hoe goed de studenten erin waren geslaagd een samenvatting te maken van het onderwerp van hun sectie. Dit is des te opmerkelijker, omdat enkele thema’s ingewikkeld waren en veel diepgang hadden. Zoals altijd kreeg de sectie waarvan de men vond dat zij de beste presentatie had gegeven een prijs. Deze keer ging die naar de sectie met een wat luchtiger thema: uitgaansmogelijkheden in Nederland en België; wellicht sprak deze vlotte presentatie het meest tot de verbeelding van de studenten na de ‘zware’ onderwerpen die de revue gepasseerd hadden.

Tot slot volgde de prijsuitreiking voor literair vertalen (in twee categorieën: jongere- en ouderejaars) en voor de beste essays. Het is goed te zien hoe studenten elk jaar weer hun best doen op het gebied van Nederlandse en Vlaamse literatuur en om hun gedachten in het Nederlands te verwoorden – niet zelden op verrassend originele wijze.

We kunnen zonder meer met tevredenheid terugkijken op een geslaagde dag en een al even geslaagde rondetafelconferentie. Veel thema’s waren lastig en hebben veel gevergd van de studenten, maar ze hebben overtuigend laten zien dat ze zulke hindernissen kunnen nemen, wat bemoedigend en inspirerend werkt op zowel de studenten als hun docenten. 

De conferentie heeft plaats kunnen vinden dankzij de genereuze ondersteuning van de Nederlandse Taalunie, waarvoor het DOEN haar buitengewoon erkentelijk is. Het belang van het houden van deze activiteiten kan om twee redenen nauwelijk worden overschat; steeds weer kan men zien met hoeveel enthousiasme de studenten deelnemen aan de rondetafelconferentie, er gaat een grote motiverende werking van uit. De tweede reden is van nog groter belang en maakt de studentenconferentie met recht internationaal. In onze tijd van onstuitbare globalisering en toenemende internationale spanningen is het van wezenlijk belang dat jonge mensen uit verschillende landen elkaar ontmoeten, met elkaar leren discussiëren en door gezamenlijke inspanning iets creëren wat een vrucht is van hun intellectuele samenwerking; ze maken kennis met verschillende zienswijzen en vergroten zo hun horizon. Daarmee overstijgt de conferentie haar doel en zelfs de grenzen van de neerlandistiek in de regio; ze is, hoe bescheiden ook, een investering in de toekomst, want deze jonge mensen zullen later het aanzien van onze wereld mede bepalen.

Wederom kon het DOEN gebruikmaken van de gastvrijheid van het MGIMO; de universiteit stelde haar collegezalen en alle benodigde technische middelen ter beschikking voor de deelnemers aan de conferentie. De voorzitster van het DOEN, mevrouw L. Shishulina, had de organisatie strak en efficiënt geregeld, waardoor het werk van alle secties steeds vlot en probleemloos verliep. De verzorging met eten en drinken was eveneens uitstekend geregeld. Het DOEN dankt haar hartelijk voor de onberispelijke organisatie.

Het DOEN spreekt nogmaals zijn dank uit voor de welwillende steun van de Nederlandse Taalunie en hoopt in het voorjaar van 2020 een nieuwe generatie studenten te mogen verwelkomen op het MGIMO!

Bas Lohmann