Welkom op de website van het Docentenplatform Oost-Europese Neerlandistiek!

Het Docentenplatform Oost-Europese Neerlandistiek (DOEN) verenigt sinds 2007 docenten Nederlands van universiteiten in Rusland, Wit-Rusland en andere landen, houdt colloquia, wetenschappelijke seminars en studentenconferenties en ondersteunt de belangstelling voor het Nederlands in onze landen.

DOEN gaat altijd met de tijd mee en heeft zich steeds weer aangepast aan veranderingen in de wereld. In de tijd van de COVID-pandemie en coronabeperkingen, bijvoorbeeld, ging DOEN door met zijn evenementen: het werk werd productief op afstand gedaan.

Zelfs gezien de huidige stand van zaken blijft DOEN evenementen organiseren voor docenten en studenten, helpt contacten te bevorderen tussen universiteiten waaraan Nederlands wordt geleerd, en ondersteunt onderzoek naar de drie Benelux-landen.

Wij kijken ernaar uit om met U samen te werken!

Bestuur Docentenplatform Oost-Europese Neerlandistiek

 

Het Bestuur van DOEN kunt U op deze pagina vinden.

Beste vrienden,

Via de link kun je het programma van 17 en 18 april downloaden. 

Ook kun je het programma van 19 april krijgen.

     19 april heeft professor Igor Bratus een drie uur lange wetenschappelijke lezing gegeven over de situatie in Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Hij belichtte de niet algemeen bekende feiten uit de geschiedenis. Daarbij vertelde de professor in zijn andere lezing “Onnozele opmerkingen over gangbare vergissingen” over curiositeiten en misverstanden die in de taal ontstaan door onder andere gebrekkige vertaling. De lezing woonden docenten en studenten Nederlands van de Moskouse universiteiten bij.

Later die dag bezochten de docenten van DOEN een receptie bij de Nederlandse Ambassade georganiseerd door Hare Excellentie Ambassadeur Renée Jones-Bos speciaal voor de deelnemers van de Dagen van de Nederlandse Taal in Moskou. Daar mochten ook studenten aan deelnemen die de volgende dag een voordracht presenteerden op het Congres. Aan het begin van de receptie hield de uitgenodigde professor Joost Schokkenbroek (VA, Amsterdam, Nederland) zijn voordracht over de geschiedenis van Amsterdam en daarna mochten de gasten van het banket genieten. 

 

 

Tijdens de Algemene ledenvergadering van het DOEN werd een nieuw bestuur gekozen.

 

Larissa Shishulina - voorzitter (Moskou)

 

Alexandra Yakovleva - secretaris (St. Petersburg)

 

Jevgeniya Yarmysh - website (Oekraïne)

 

Valeria Reutava - algemene zaken (Wit-Rusland)

 

Maxim Roduk - vertaalwedstrijd (Oekraïne)

 

 

Op 19 april 2012 vond de lezing van professor Igor’ Bratus’(Sint-Petersburg) plaats aan de Staatshogeschool voor de internationale betrekkingen te Moskou. De lezing kwam als onderdeel van de Dag van de Nederlandse taal en cultuur die jaarlijks wordt gehouden met de steun van de Nederlandse Taalunie. Met de Nederlandse plaatsnamen als onderwerp wist professor Bratus’ zowel de studenten als docenten Neerlandistiek bij te trekken, zolang dit thema actueel is voor filologen, net als voor historici en zelfs geograven, aldus de professor.

Tijdens de lezing kwamen diverse beroemde namen ter sprake, o.a. van Cornelis Lely wiens naam aan de hoofdstad van profincie Flevoland werd toegekend, bijzondere soorten landschap typisch voor de Lage landen (lo, voorde, bosch, hage etc.), namen van de patroonheiligen (Sint Maarten, Sint Jacob enz.) en veel andere lexema’s die hun bijdrage hebben ingeleverd bij ontstaan van de Nederlandse plaatsnamen. De professor heeft bovendien een heel belangrijk aspect aangesneden, namelijk van misverstanden bij bepalen van betekenissen van plaatsnamen (e.g. Bazuin, Zwijndrecht) wat echt op prijs werd gesteld door de jongere studenten die net zijn begonnen met het Nederlands.

Namens het DOEN en alle anwezigen willen we professor Bratus’ hartelijk bedanken voor zijn prachtige lezing.

Van 21 tot 23 oktober jl. vond op de Linguïstische Staatsuniversiteit van Minsk het regionaal colloquium van DOEN plaats.  De deelnemende delegaties kwamen uit Minsk, Pskov, Kiev, Moskou, Sint-Petersburg. Ook aanwezig waren Marc le Clercq en Maya Rispens van de Nederlandse Taalunie, Michail Yakovlevsky (coördinator van het Benelux Centrum in Moskou) en Wilken Engelbrecht (voorzitter van ‘Comenius’ uit Olomouc, Tsjechië).

Het thema van het colloquium, ‘Interculturaliteit’ kwam al meteen aan de orde in de openingsspeech van de heer Gorlatov, prorector van de MGLU, die het spits afbeet met zijn lezing ‘Interculturaliteit als factor van interlinguale communicatie’. Daarna kwamen uit de mond van diverse sprekers de meest uiteenlopende onderwerpen aan de orde. Een kleine greep: nationale stereotypen, allerhande vertaalkwesties, het Nederlandse zuilensysteem, de Vlaamse identiteitsvorming, Nederlandse en Oost-Europese zuinigheid, diverse aspecten van de multiculturaliteit in de Nederlandse samenleving, maar ook linguïstische fenomenen als überhaupt en sowieso in het Nederlands, infinitiefconstructies, afkortingen en nog veel meer. De bijdrage van Bas Lohman over  folklore in de Russische cultuur en de stiefmoederlijke behandeling die folklore in Nederland traditioneel ten deel valt, vormde een fraaie afsluiting van de lezingen.

De meeste voordrachten werden voor alle deelnemers in de conferentiezaal gehouden, maar in de namiddag van dag twee was er – vermoedelijk wegens tijdgebrek – voor gekozen om de sprekers en toehoorders in twee groepen aan het werk te zetten. Enerzijds was het jammer dat men daardoor een deel van de lezingen moest missen, maar anderzijds kwam de intimiteit van een kleinere groep ten goede aan de discussie en interactie tussen de sprekers en het publiek.

Verder bood het colloquium niet alleen ruimte aan lezingen maar ook aan de presentatie van nieuwe studieboeken en woordenboeken (in wording) en aanbevolen studiematerialen – nuttig voor zowel docenten als studenten.

Een groot compliment aan de organisatie van het colloquium is hier op zijn plaats. Alles was tot in de puntjes geregeld. Wel was er bij de organisatoren enige overdreven angst te bespeuren dat de deelnemers honger zouden lijden: de tussenpozen tussen de koffietafels, lunches en diners duurden nooit langer dan twee uur. Ook het slotdiner mocht er zijn: rijkelijk en zeer gezellig, vooral toen enkele heren aan het zingen sloegen.

Het uitstapje naar Doedoedki op zaterdag was het sluitstuk van de bijeenkomst. In dit sympathieke openluchtmuseum, gelegen op een klein uur rijden van Minsk, loodste een montere gids ons in rap tempo langs tal van Wit-Russische ambachten, om te beginnen langs de distilleerderij, waar we al op een vroeg tijdstip pittige wodka met donker brood, zoute augurken en honing tot ons namen. In de smidse werd Bas Lohman (zoals wij inmiddels wisten een kenner van folklore) aan de blaasbalg gezet en hielp hij mee aan het smeden van een hoefijzer. Daarnaast kregen we uitleg over de vervaardiging van brood, lemen fluitjes, gedraaide potten en nog veel meer. We maakten een ritje met paard en wagen, bezochten een kerk en aansluitend gebruikten we de lunch in een nabijgelegen rustieke gelegenheid. Daarna werden we per bus teruggebracht naar Minsk, waar we na een hartelijk afscheid allemaal ons weegs gingen.

Aai Prins